niet iedereen kan stenen gooien

In de podcast serie Niet iedereen kan stenen gooien, neemt Arjan El Fassed je mee op zijn zoektocht naar de bewogen geschiedenis van zijn familie in Palestina. Aan de hand van verhalen van zijn Palestijnse familie wordt de geschiedenis op een persoonlijke manier verteld.



Afleveringen: #1 de aanslag | #2 de opstand | #3 de oorlog | #4 de catastrofe | #5 de tunnel | #6 de invasie
Deze podcast eenvoudig delen kan via deze link of direct in je favoriete podcast app.

Shownotes #5 - de tunnel

niet iedereen kan stenen gooien - de opstand
In deze vijfde aflevering, de eerste van het tweede seizoen, gaan we terug naar 1996. Het is onrustig in Palestina. Studenten demonstreren tegen het autoritaire gezag van de kersverse Palestijnse Autoriteit. Na de volksopstand is het Israël toch gelukt met een alternatief leiderschap in het geheim te onderhandelen over zelfbestuur. Terwijl Palestijnen dachten dat er werd onderhandeld, kon de onteigening van land en de bouw van nederzettingen doorgaan.


Op 24 september 1996 opende premier Netanyahu een tunnel onder de Al Aqsa moskee in Jeruzalem. Palestijnen gingen de straat op en werden beschoten door het Israelische leger. Is dit het begin van een nieuwe intifada? Waren het protesten tegen de bezetting of zijn de frustraties met de Palestijnse Autoriteit op een hoogtepunt?

Audio bronnen en citaten: NOS Jaaroverzichten, RTL Nieuws, BBC, UN Audiovisual Library, C-SPAN

Documenten: Veiligheidsraad resolutie S/RES/1073, 28 september 1996; Madrid and the Oslo Agreement: Short-Lived Promises of a Negotiated Settlement; Question of Palestine.

Documentaires: The Price of Oslo (2013)

Websites: September 1996 Memorial (1997); On the ground in Ramallah – Reports from a town become battlefield (1996)


Deze podcast eenvoudig delen kan via deze link of direct in je favoriete podcast app.

Script #5 - de tunnel


In deze vijfde aflevering, de eerste van het tweede seizoen, gaan we terug naar 1996. Het is onrustig in Palestina. Studenten demonstreren tegen het autoritaire gezag van de kersverse Palestijnse Autoriteit. Na de volksopstand is het Israël toch gelukt met een alternatief leiderschap in het geheim te onderhandelen over zelfbestuur. Terwijl Palestijnen dachten dat er werd onderhandeld, kon de onteigening van land en de bouw van nederzettingen doorgaan.

Op 24 september 1996 opende premier Netanyahu een tunnel onder de Al Aqsa moskee in Jeruzalem. Palestijnen gingen de straat op en werden beschoten door het Israelische leger. Is dit het begin van een nieuwe intifada? Waren het protesten tegen de bezetting of zijn de frustraties met de Palestijnse Autoriteit op een hoogtepunt?

Het vliegveld

Op het vliegveld is het warm. Het is 1996. Ik ben net afgestudeerd en ben samen met mijn vader en mijn oom net geland. We lopen het vliegtuig uit en lopen naar de paspoortcontrole. De veiligheidsbeamte op het vliegveld vraagt wat het doel is van onze reis. Een familiebezoek.

De veiligheidsbeamte vraagt of we familie in Israël hebben. Ja zeggen we - in Nabloes en Ramallah. We moeten weer gaan zitten. De veiligheidsbeamte wijst naar de plastic stoelen achter ons en loopt weg met onze paspoorten. Wij kennen de vragen inmiddels uit ons hoofd: het is voor je eigen veiligheid, zeggen ze er altijd bij.

Een andere veiligheidsbeambte komt erbij en zegt: Ik ben verantwoordelijk voor de veiligheid op dit vliegveld en ik ga u een aantal vragen stellen voor uw eigen veiligheid.

Van wie zijn deze koffers?
Heeft u ze zelf ingepakt?
Wanneer?
Waar?
Bent u altijd bij uw koffers gebleven?
Heeft u pakjes aangenomen van vreemden?
Heeft u cadeautjes meegenomen?
Heeft u gezien hoe die zijn ingepakt?
Werkt u? Waar werkt u? Hoe lang?
Heeft u belangrijke verantwoordelijkheden?
Heeft nog een ander paspoort?
Waar woont u? Met wie?
Zijn dit uw koffers?
Heeft u pakjes aangenomen van vreemden?
Het is voor uw eigen veiligheid.
Wat komt u hier doen?
Hoe lang bent u van plan te blijven?
Gaat u alleen naar uw familie?
Gaat u ook nog ergens anders heeft?
Waar heeft u uw ticket geboekt?
Wanneer?
Waarom zo kort voor vertrek?
Komt iemand u ophalen?
Hoe gaat u naar uw plaats van bestemming?

‘Excuses voor het ongemak, het is voor uw eigen veiligheid.

Nadat onze koffers zijn uitgepakt, de inhoud is doorgelicht en mijn vader en ik zijn ondervraagd en gefouilleerd, zegt ons welkomstcomité: ‘U kunt gaan.’

En elke keer als je denkt dat dit irritant is, worden excuses gemaakt en gezegd dat het voor je eigen veiligheid is.

Veiligheidsonderzoek is routine, zeker voor ons. Op het Israëlische vliegveld Ben Gurion worden Palestijnen, Arabieren, personen met Arabische namen, personen met een Arabisch uiterlijk en personen die op enigerlei wijze verbonden zijn met Arabieren onderworpen aan een speciaal onderzoek. De intimidatie, discriminatie en vernederingen die Palestijnen doorgaans op vliegvelden moeten ondergaan is een collectieve ervaring.

Zodra ik mijn paspoort afgeef en de voornaam van mijn vader moet uitspreken mag ik al plaatsnemen op een plastic stoeltje, wordt je paspoort afgenomen en weet je nooit hoeveel uren het gaat duren voordat je buiten staat. Het is wel eens voorgekomen dat we om 2 uur s nachts landde en pas om 8 uur s ochtends het vliegveld konden verlaten. Na de ondervraging, de controle van elk item in onze koffers en wij alle drie apart zijn ondervraagd en gefouilleerd, zegt het welkomstcomité dat we kunnen gaan.

Mahmoud Jumayal

In september 1996 is het onrustig in Palestina. Vooral onder studenten heerst onvrede. Studenten staakten uit protest tegen het optreden van de kersverse Palestijnse politie tegen Palestijnse gevangenen. Twee gevangen zijn doodgeslagen. Het protest is een teken aan de wand.

Palestijnse studenten zijn het meest uitgesproken in hun kritiek op de Palestijnse Autoriteit, het beperkte zelfbestuur dat in 1994 is opgericht op de Oslo akkoorden uit te voeren.

Op 30 juli 1996 kwam het bericht dat de 26-jarige Mahmoud Jemayel, een politieke gevangene, door doktoren klinisch dood was verklaard. Artsen ontdekten sporen van slagen met metalen stokken op zijn hoofd. Hij had brandwonden op zijn rug en buik en blauwe plekken op zijn hele lichaam.

Mahmoud Jumayal zat in december 1995 in een Palestijnse gevangenis in Jericho. Nadat hij een aantal keer in hongerstaking was gegaan, werd hij overgebracht naar de Jneid gevangenis in Nabloes. Daar werd hij door zijn Palestijnse ondervragers doodgemarteld.

In Nabloes en Tulkarem was dit aanleiding voor demonstraties tegen de ordetroepen van Yasser Arafat. De PLO leider had dankzij de Oslo Akkoorden in 1994 voet gezet in Gaza.

In Nabloes werd een protestmars gehouden en een politieauto met stenen bekogeld. In Tulkarem hadden demonstranten een Palestijnse gevangenis bestormd waarbij Palestijnse politie het vuur opende en een demonstrant doodschoot. De studenten eisen dat de Palestijnse Wetgevende Raad, het kerse verse lokale bestuur in zou grijpen.

In Nabloes is de schok groot. Men had niet verwacht dat de Palestijnse Autoriteit zich zo snel tegen de eigen bevolking zou keren. Mijn nichtje Ghadir studeert aan de Najah Universiteit in Nabloes en vertelde me hoe Arafats troepen schietend in de lucht de universiteit hadden bestormd en studenten met knuppels hadden bewerkt. Later had Yasser Arafat gezegd dat er mogelijk een vergissing was begaan. Het geduld onder studenten was op. Arafat stelde een onderzoekscommissie in en verving het hoofd van de politie.

Hoe heeft dit zover kunnen komen? Daarvoor moeten we terug naar de nadagen van de eerste intifada - eind jaren 80, begin jaren 90.

Dorp Liga's


Op een avond vertelde mijn oom Bassam dat de Palestijnse Autoriteit niet meer was dan het alternatieve leiderschap waarvoor de burgemeesters eind jaren zeventig hadden gewaarschuwd. Hij zei dat Israel altijd op zoek is geweest naar een partner die precies zou doen wat het wilde. Eind jaren zeventig en begin jaren 80 toen de gekozen burgemeesters zeer populair waren, probeerde Israel via hun steun aan dorpsliga’s een wig te drijven.

Op een avond vertelde mijn oom Bassam dat de Palestijnse Autoriteit niet meer was dan de dorpsliga’s die Israël eind jaren zeventig had opgezet. Israel heeft al decennia lang geprobeerd zijn eigen Palestijnse leiders te kiezen. De verkiezingen in 1978 waarover ik in aflevering sprak, zijn daar een voorbeeld van. Dat pakte anders uit.

Eind jaren zeventig benaderde Israël Mustafa Doedin, het dorpshoofd van Doera. Hij richtte een dorpsliga op, een gewapende militie en bereidde met hulp van Israel zijn macht uit naar andere dorpen op het platteland. In ruil kregen deze dorpsliga’s zeggenschap over een aantal zaken maar de overgrote meerderheid van de Palestijnse bevolking zagen deze dorpsliga’s als een corrupte bende.

Haider Abdel Shafi in Madrid


Ik ben met mijn vader en zijn broer naar Nabloes gekomen voor de bruiloft van mijn neef. Drie dagen na de bruiloft keren ze terug naar Nederland. Ik besluit te blijven. Met mijn nichtje Ghadir ga ik op zoek naar een stageplek. Diezelfde week demonstreren Palestijnen in verschillende steden tegen het besluit van Benjamin Netanyahu om een tunnen te openen onder de Aqsamoskee in Jeruzalem. Voor veel Palestijnen is besluit olie op een gloeiende plaat.

Ik ga met m’n nichtje naar het centrum van Nabloes. Daar zien we bij Cinema Granata een menigte. Betogers houden vlaggen en spandoeken omhoog. We lopen naar een jongen aan de overkant van de weg. Daar staat een studiegenoot van mijn nichtje.

Ze kennen elkaar al vanaf de lagere school. Tijdens de volksopstand in de jaren 80 gingen zij al samen langs de klassen om uitleg te geven over de opstand en om aan te kondigen wanneer en waar demonstraties zouden zijn.

Nu studeren ze samen aan de an-Najah Universiteit in Nabloes. Hij is actief in de studentenbeweging en werkt samen met Haider Abdel Shafi een bekende politicus uit Gaza.

Haider Abdel Shafi is van dezelfde generatie als mijn oom Bassam. Hij begon zijn carriere als chirug en werd begin jaren zeventig voorzitter van de Palestijnse Rode Halve Maan in Gaza. De zusterorganisatie van het Rode Kruis. Abdel Shafi werd wereldberoemd doordat hij in de herfst van 1991 namens Palestijnen het woord voerde bij een grote vredesconferentie in Madrid.

De conferentie was een poging van de Amerikanen om Israel en zijn buurlanden na de Golfoorlog aan het praten te krijgen.

De Palestijnen werden op de conferentie NIET vertegenwoordigd door de PLO. De Verenigde Staten en Israel willen hen alleen spreken als onderdeel van een Jordaans-Palestijnse delegatie. Israel weigerde te praten met Palestijnse inwoners van Jeruzalem. Palestijnen an buiten de bezette gebieden en PLO afgevaardigden. Dit was voorwaarde voor Israelische deelname aan de conferentie in Madrid.

Ook de Nederlander Hans van der Broek, had een belangrijke rol. Hij voerde namens Europese Commissie het woord.

Na de conferentie in Madrid leidde Haider Abdel Shafi de onderhandelingen met Israel in Washington. Daar begon hij een discussie over de nederzettingen en de toepassing van humanitair recht in de bezette gebieden. De Israelische delegatie weigerde hierover te praten.

Tien ronden werd er gesproken zonder vooruitgang te boeken. Maar terwijl de onderhandelingen in Washington vastliepen op onderwerpen als de bouw van nederzettingen en de vluchtelingenkwestie - vonden tegelijkertijd in het diepste geheim onderhandelingen plaats in het Noorse Oslo. Deze onderhandelingen mondde later uit in de zogenoemde Oslo akkoorden waarmee Palestijnen voor een interim periode van 5 jaar beperkt zelfbestuur zouden krijgen.

Haider Abdel Shafi was net als mijn oom Bassam een verklaard tegenstander van deze geheime onderhandelingen in Oslo. Beide zagen weinig in deze nieuwe onderhandelingen tenzij Israel zou voldoen aan enkele voorwaarden, zoals het stopzetten van de bouw van nederzettingen, de erkenning van het recht op zelfbeschikking en het recht op terugkeer van vluchtelingen. Volgens de beweging van Haider Abdel Shafi kunnen Palestijnen alleen succesvol onderhandelen wanneer zij democratiseren, als mensenrechten worden gerespecteerd en een einde komt aan corruptie.

Tunnel


Israels besluit om deze tunnel te openen is weliswaar de aanleiding van de demonstraties - maar eigenlijk is iedereen woedend op het wangedrag van de Palestijnse Autoriteit.

Samen met m’n nichtje en haar studiegenoot lopen we naar de hoofdstraat. Er worden leuzen geroepen tegen de Oslo akkoorden en tegen Israel. Er worden leuzen geroepen tegen de Oslo-akkoorden en tegen Israël. Ghadir steekt de straat over en loopt naar haar Fiat. Ik ga naast haar zitten op de bijrijderstoel.

Honderden betogers lopen voorbij - ze gaan richting Qabr Yusuf - waar de meeste Israëlische soldaten en kolonisten zijn. Fadel gaat er ook heen. We rijden langs een wegblokkade van de Palestijnse politie. De agenten proberen de betogers tegen te houden maar uiteindelijk laten ze iedereen door. Ze zijn bang zelf het doelwit te worden van de demonstranten. Ghadir parkeert haar auto in de berm. Er staan honderden betogers langs de weg, We zien in het dal een groep van ongeveer 40 Israelische soldaten. Palestijnse politieagenten proberen betogers weg te houden. Opnieuw hoor ik schoten. Ik kan alleen niet zien waar ze vandaan komen. Als mijn familie weet dat wij hier zijn hebben we een groot probleem. Mijn nichtje vind het spannend. We lopen we terug naar de auto.

Mijn nichtje Ghadir heeft haar autosleutel amper in het contact of de achterdeur van haar FIAT wordt met een ruk open getrokken. Twee jongens leggen een gewonde jongen op de achterbank. Mijn nichtje trapt het gaspedaal in. Naar het ziekenhuis. Ik kijk naar de gewonde betoger. Zijn spijkerbroek is opengescheurd. Er is niet veel bloed maar ik zie duidelijk een kogelgat en de kogel zit nog in zijn been. Mijn nichtje vraagt zich hardop af waarom we zo nodig moesten gaan kijken - ze weet dat we niets anders kunnen doen dan snel naar het ziekenhuis rijden. We dragen de gewonde vriend naar binnen.

Een uur later zijn we terug bij het huis van mijn familie. In de woonkamer staat de TV aan. We zeggen niets over wat er net is gebeurd. De telefoon gaat. Mijn oom neemt op en zegt vrolijk dat het Ghadir’s studiegenoot is. Mijn nichtje neemt de telefoon aan, praat zachtjes en wordt vuurrood. Geschrokken kijkt ze naar de televisie. Fadel had ons op de lokale tv gezien. Hij had ons weg zien rijden met de gewonde jongen.

Is dit het begin van een nieuwe intifada? Waren het protesten tegen de bezetting of zijn de frustraties met de Palestijnse Autoriteit op een hoogtepunt? Dat hoor je in de volgende aflevering van Niet iedereen kan stenen gooien.

Google Podcasts podcast player badge

Spotify podcast player badge